Header image
1860-1943      
line decor
   HOME  ::  
line decor
 
 
 
 

 
 
 

Hendrik Johannes Jesse, een veelzijdig architect

Hendrik Johannes Jesse is geboren in 1860. Hij was de zoon van een apotheker en bracht samen met nog twee broers en een zus zijn jeugd door in Zaltbommel. Op zeventienjarige leeftijd verhuisde hij naar Leiden waar hij zich wist op te werken van krullenjongen (in de timmerwerkplaats van W. Kok waar hij het timmervak leerde) tot een vooraanstaand architect binnen de Leidse regio. Voordat hij zelfstandig als architect aan het werk ging volgde hij een studie in tekenen en beschrijvende meetkunde, en werkte hij een jaar bij de Amsterdamse architect Salm. Daarna volgde hij een studie aan de Polytechnische School in Delft waar hij les kreeg van Gugel, Le Comte en Van der Kloes. Een van zijn eerste grote bouwwerken was de inzending van een ontwerp voor de nieuwe Nederlands Hervormde kerk in Katwijk uit 1883, waarvoor destijds een prijsvraag was uitgeschreven. Het ontwerp van Jesse kwam als winnaar uit de bus. Jesse zocht hulp bij de uitvoering van dit eerste grote project, bij architect W. Kok, die hem begeleidde gedurende het hele project. Deze kerk is nu nog steeds een beeldbepalend monument in Katwijk. Een paar jaar later trouwde Jesse met Anna Adriana Meerburg de dochter van de Katwijkse reder Dirk Meerburg. Zijn carrière als zelfstandig architect ging uiteindelijk in 1890 pas goed van start. Jesse bouwde tijdens zijn leven in verschillende stijlen en ging daarin mee met zijn tijd. Aan het begin van zijn carrière waren dat vooral ontwerpen voor publieke gebouwen zoals kerken, raadhuizen en scholen. Deze ontwerpen werden gebouwd in de neo-Hollandse Renaissance stijl dat wil zeggen: geïnspireerd door vormen uit de klassieke oudheid. We zien de toepassing van zuilen, frontons, pilasters en ornamenten. De neo-Hollandse Renaissance gebruikte dezelfde kenmerken als de Neo-Renaissance maar staat bekend om het veelvuldig toepassen van baksteen. Eind negentiende eeuw maakt Jesse een begin met het verminderen van de ornamentele toevoegingen aan zijn ontwerpen, het voormalig Raadhuis van Valkenburg is daar een mooi voorbeeld van. Het klakkeloos imiteren van oude stijlvormen gaf de architecten rond de eeuwwisseling niet voldoende bevrediging meer, er was behoefte aan een nieuwe kunstrichting. Men ging over op de Art Nouveau/Jugendstil en een Rationalistische stijl. Jesse paste de Art Nouveau stijlkenmerken vooral toe in zijn ontwerpen voor woonwinkelpanden waarvan een paar mooie voorbeelden in Leiden te vinden zijn, zoals het woonwinkelpand in de Maarsmansteeg waarin veel ijzeren balken (het tonen van de constructie) en grote vlakken glas, gecombineerd met bruinig geglazuurde baksteen tot een markant geheel zijn verweven. Het winkel/magazijn van de toenmalige Hasselman en Pander in de Breestraat in Leiden roept associaties op met het warenhuis L'Innovation in Brussel van Victor Horta. Het meest maakte Jesse gebruik van de Rationalistische bouwstijl, waaraan hij in de loop der jaren een geheel eigen invulling gaf die zo herkenbaar zou worden voor zijn werk. Deze rationele vormgeving met logische indeling weinig decoratie en de nadruk op de constructie is duidelijk terug te vinden in het ontwerp van het Raadhuis van Oegstgeest dat nog steeds in haar oude functie wordt gebruikt. De jaren hierna hield Jesse zich vooral bezig met de bouw van woonhuizen, arbeidershuizen ("Rode dorp" in Katwijk) herenhuizen, villa's en landhuizen. Voor eigen gebruik bouwde hij op toenmalig Oegstgeest grondgebied een van de meest markante panden uit zijn carrière "de Keet" aan de Rijnsburgerweg in Leiden, waar hij een groot deel van zijn leven heeft gewoond en gewerkt. In dit pand worden ook alle Jesse kenmerken duidelijk en herkenbaar: grote vlakken van baksteen, toepassing van ronde boogvormen voor ramen en deuren, groen geglazuurde raamdorpelstenen, bovenramen met roedenverdeling ingevuld met groen glas, (trap)torens, stijlvolle interieurs met soms unieke majolica schoorstenen. Na de jaren twintig werd Jesse minder actief op de bouwmarkt, dat was ook te wijten aan de economische crisis en de oorlogsdreiging. Hij hield zich voornamelijk bezig met ontwerpen en tekenen. Weinig werk werd in die jaren daadwerkelijk uitgevoerd. Concluderend heeft Jesse zijn eigen herkenbare stijl voornamelijk in de periode vanaf de eeuwwisseling tot de jaren twintig geperfectioneerd. Jesse was een veelzijdig architect die tijdens zijn leven en tot aan zijn dood in 1943 veel te weinig waardering ontving voor zijn geleverde prestaties. Gelukkig denkt men daar nu heel anders over, en worden er tegenwoordig veel panden van hem op de monumentenlijst Geplaatst. Zo kan het vele moois wat hij bouwde voor volgende generaties bewaard blijven, en gaat hij alsnog als een der belangrijkste Leidse architecten de geschiedenis in.