Henk met zender


Team PCII


ANWB bord De Keet

Voorkant briefkaart: 1920,
Henk is 15 jaar

Achterkant bericht aan Ruud Tappenbeck 1920

PCII vereeuwigd in de Pieterskerk

3 brieven van John Partridge 1923

Brief Henk aan zijn ouders
vanuit Engeland 6 aug. 1923

Brief Henk aan zijn ouders
vanuit Engeland 8 aug. 1923

Brief Henk aan zijn ouders
vanuit Engeland 8 aug. 1923

Henk Jesse (1905-2001) Radioamateur

Op 28 december 1923 is het honderd jaar geleden dat Henk Jesse een tweezijdige radioverbinding maakte vanuit De Keet, Rijnsburgerweg 35 in Leiden met een Amerikaan in Summit, New Jersey USA. Hij was op dat moment pas 18 jaar oud, de eerste Nederlander en derde Europeaan (Na Léon Deloy (F8AB) uit Nice en John Partridge (2KF) uit London). Henk is de tweede zoon van architect H.J. Jesse (1860-1943).

Hieronder leest u het verhaal opgeschreven door Dick Rollema. Het verhaal komt uit het boek 50 jaar VERON Honderd jaar Radio uit 1995.

De Nederlandse deelname aan de trans-Atlantische proeven van december 1923
De opmaat

De "first operator" van het station PCII te Leiden is H.J. Jesse. Al vroeg komt hij met de radio in aanraking. Zijn oudere broer Jan Jesse, die aan de T.H. te Delft elektrotechniek studeert, deed reeds in 1912 proeven met een vonkzender. Na de eerste Wereldoorlog, zo rond 1919, begint ook Henk Jesse met zendproeven vanuit zijn ouderlijk huis aan de Rijnsburgerweg 35 te Leiden, waar hij thans (1994) nog steeds woont. Die proeven gebeuren met wat een "buzzer" werd genoemd: een elektrische bel die met antenne en aarde is verbonden. De vonkjes aan het onderbrekercontact stoten de antenne aan. Zo krijgt Henk onverwacht verbinding met een andere amateur die aan de Haarlemmer Trekvaart te Leiden woont. Dat blijkt A. de Haas te zijn, leerling aan de Indische Postschool te Leiden. Wanneer zendlampen verschijnen worden die gebruikt voor een telegrafiezender met ongedempte golven. De lampen zijn 10 watt-typen van Philips, die door ldzerda worden verkocht. Ze kosten f 10, =, een hoop geld in die dagen, en ze sneuvelen spoedig, waaraan enige overbelasting wel niet vreemd zal zijn geweest. Henk heeft er volgens zijn zeggen verscheidene versleten en kennelijk was Pa Jesse telkens weer bereid om diep in zijn beurs te tasten. Later worden twee parallel geschakelde RS17-lampen van Telefunken gebruikt, die robuuster zijn en door Ruud Tappenbeck uit Duitsland zijn meegebracht. In de ontvanger wordt één lamp als detector met terugkoppeling gebruikt en in talloze schakelingvarianten beproefd. Daarachter komt een laagfrequent versterker met twee lampen. Dat is een Duits militair apparaat uit de Eerste Wereldoorlog. Die waren na afloop van de strijd in Duitsland voor een habbekrats te koop en Ruud Tappenbeck heeft er een paar meegebracht. Ruud woonde een tijdje bij de Jesse's thuis. Henk kende hem en zijn broer Wolf van de Noordwijksche Radioclub.

Het huis Jesse heeft geen aansluiting op het elektriciteitsnet en daarom wordt er met accu's gewerkt. Uiteraard neemt de zender nogal wat stroom en de accu's zijn snel leeg. Die moeten dan naar een laad adres en dat gesleep is Henk dan ook spoedig zat. Een paar huizen verder woont een vriendje en daar hebben ze wel stroom. Dus wordt er over de daken een draad naar het huis van Jesse gelegd en daarover krijgt Henk aansluiting op één fase van het Leidse 127 volt-net. De retourstroom gaat via de aarde; dat scheelt weer een draad. Voor het verrekenen van de kosten komt er keurig een kWh-meter tussen.

De zender doet het uitstekend; geheel Europa wordt ermee gewerkt. Uiteraard clandestien, want aan particulieren worden in ons land geen zendvergunningen verstrekt. Als roepletters wordt PCII gebruikt. Eigenlijk had Jesse PCJJ willen hebben, J. van Jesse, zoals Middelraad bijvoorbeeld PCMM had. Maar Philips had PCJJ al als roepletters, dus nam Henk maar de dichts bijliggende letter en werd het PCII.

Stations waar vrijwel dagelijks verbinding mee wordt gemaakt zijn o.a. Léon Deloy, SAB te Nice en John Partridge, 2KF, te Londen. In 1923 heeft Henk Jesse een maand vakantie van school en hij nodigt John Partridge uit om naar Leiden te komen. Maar John kan onmogelijk weg in verband met zijn werk en hij nodigt op zijn beurt Henk uit. Henk's ouders hebben eerst nog wel wat bezwaar - hij is nog maar 17 - maar dat wordt overwonnen en zo stapt Henk op de boot naar Engeland John haalt hem af op een Londen's station en zo gaat het naar Merton, een soort tuindorp aan de zuid­ westkant van Londen, waar 2KF woont. Als beroep installeert John Partridge over geheel Engeland zendstations ten huize van amateurs die over meer geld dan technische kennis beschikken en Henk gaat mee als assistent. Het wordt een onvergetelijke maand! Eén van de klanten merkt op dat de - overigens vette - rekening geen uren van Henk vermeldt. Henk legt uit dat het voor hem een vakantiebaantje is waarbij het niet de bedoeling is iets te verdienen. Maar de klant vindt dat Henk toch iets moet hebben; hij doet een kastdeur open en daar ligt een partij prachtige zendlampen! "Zoek er maar één uit!". Dat laat Henk zich geen twee keer zeggen en zo komt hij in het bezit van een Mullard 0-150 zendlamp. Die wordt terug in Leiden in de zender opgenomen. En zo komt de zender tot stand waarmee in december van dat jaar 1923 aan de trans-Atlantische proeven zal worden deelgenomen.

Maar PCII is niet de enige deelnemer in Nederland. Door de NVVR is met het oog op de proeven in december 1923 de "Commissie voor Trans-Atlantische Proeven" ingesteld. Op de vergadering van 21 juli 1923 te Rotterdam worden G.J. Eschauzier tot voorzitter en K.C. van Rijn tot secretaris benoemd. De commissie zal zich o.a. in verbinding stellen met de American Radio Relay League (ARRL) en de British Wueless Relay League (BWRL). De BWRL, evenals nog enige andere Engelse organisaties, is opgericht uit ongenoegen over de manier waarop de RGSB de zaak aanpakt. De Commissie voor Trans-Atlantische Proeven tracht ook een machtiging te verkrijgen om met een modem station aan de proeven mee te doen. Daarbij heeft zij de steun van prof. C.L. v.d. Bilt, hoogleraar aan de T.H. te Delft. Van Rijn doet de aanvraag voor de machtiging maar krijgt haar niet. De ambtenaren komen echter met de volgende oplossing: de machtiging zal door de Minister van Waterstaat worden verleend aan prof. v.d. Bilt voor een station van de T.H.

Hieraan wordt vervolgens een "tijdelijke uitbreiding" gegeven in die zin dat ook proeven kunnen worden genomen buiten de gebouwen der T.H. Dat tijdelijke station wordt ingericht ten huize van Eschauzier te Den Haag en het krijgt de roepletters PA9 toegewezen. Het voorlopige programma voor de trans-Atlantische proeven is als volgt: De Franse amateurs zullen zenden op 22, 24·26, 28 en 30 dec. 1923 en op 2, 4, 6, 8 en 10 januari 1924. De Engelsen zenden op 23, 25, 27, 29 en 31 dec. 1923 en op 2, 4, 6, 8, 10 januari 1924. Alles tussen 0100 en 0600 GMT. Zoals eerder vermeld zullen de golflengten liggen tussen 175 en 225 meter. Na afloop, dus 11 januari 1924, zal worden geprobeerd om tweezijdige verbindingen te maken tussen enerzijds Franse en Engelse amateurs en anderzijds de Amerikanen. Het instellen van free for all periods wordt nog overwogen.
Het Nederlandse station PA9 zal zich volgens afspraak aansluiten bij de Franse groep. Bovendien wordt aanvullend nog overeengekomen dat gedurende de eerste twee uren (1...3 GMT) ook de Engelsen op de aan de Fransen toegewezen dagen mogen meedoen en omgekeerd de Fransen op de dagen voor de Engelsen. Zoals we al zagen is het allemaal wat anders gegaan als gevolg van de aandrang van 8AB, op bezoek bij de ARRL, om kortere golven, zo rond de 100 meter, te gebruiken. Ook PA9 en PCII gaan op kortere golven over. Onbekend met de reis van 8AB naar Amerika worden door het team van PCII in de loop van 1923 tal van telegrammen naar de ARRL gestuurd met het verzoek om op golven rond de 100 meter over te gaan. Tenslotte blijken de Amerikanen daartoe bereid.

De verbinding
Het Amerikaanse station 1XW bericht aan 2KF dat in de eerste drie nachten 22, 23 en 24 december o.a. de Nederlandse stations PA9 en PCll reeds zijn gehoord. Na de successen van 8AB en 2KF wordt nu niet meer gewacht tot 11 januari, waarop volgens de afspraken mag worden geprobeerd een tweezijdige verbinding tot stand te brengen.
In de nacht van 27 op 28 december 1923 lukt het: PCII komt als derde Europees station in verbinding met de Amerikaan 2AGB. PCII brengt onder anderen een gelukwens over van de NVVR aan de ARRL.
Later blijkt dat 2AGB het gehele verhaal van 100 woorden zonder één misser heeft genomen! In Radio-Expres no. 1 van 3 januari 1924 vinden we onder de kop "9 dagen op PCII" een verslag van de belevenissen van PCII, ondertekend met de "OPS". Die operators zijn naast H.J. Jesse, de broers Ruud en Wolf Tappenbeck en J.W. Groot Enzerink. We geven het verslag hierbij letterlijk weer:

22 Dec. werd "ge-ARRL-d" op 203 en 112 meter golflengte afwisselend. Plaat energie ongeveer 170 watt, elektrolytisch gelijkgerichte 50 Hz wisselstroom.
Volgens inkomende rapporten (van Europa) bleek de kortere golf beter door te komen. Voor opwekken der trillingen werd gebruikt 1 Mullard 0-150.
23 Dec. werd op 112 M "gearreld". 1,3 amp. antennestroom. g5bv geeft 6.15 's morgens: ur sigs of terrific strength here!
24 Dec. Met onveranderde toestellen gewerkt.
25 Dec. Met onveranderde toestellen gewerkt. Telegram van u1xw opgenomen, dat van de Hollanders PA9 en PCII in Amerika gehoord zijn,
26 Dec. Voorbereidingen, om de energie op te voeren. Toestellen dezelfde.

27 Dec. Toon verbeterd door de filters systematisch af te stemmen. Een RS 17 parallel op de Mullard geschakeld. Daardoor blijven de lampen koud. Er werd gewerkt met 1,6-1,7 amp. antennestroom bij 170 watt plaat energie.
28 Dec. Oplossing van den electrolytischen gelijkrichter van 7 op 12% (ammoniumfosfaat en aq. dest.) verhoogd. Spanning verhoogd door bijplaatsen van een tweeden transformator, waarop ook nog een hulpwikkeling voor de gloeienergie is aangebracht. Nog een tweede RS17 parallel geschakeld, zoodat gewerkt werd met 1 Mullard 0-150 en 2 RS17 parallel. Plaat energie thans ongeveer 350 watt bij 2100 volt gelijkspanning. Antennestroom 2,6 ampère op 113 m. golflengte.
1.20 tot 4.00 uur werd normaal "gearreld". Toen werd uitgeluisterd naar onze arrel-collegas pa9, 2kf 8bf enz.
4.17 werd opgenomen: pcii nu 2agb k - onmiddellijk 2agb gm om qsa k. Hierdoor ontstond een communicatie die tot 6.17 duurde. Naar aanleiding van deze eerste directe radioamateurverbinding tusschen Nederland en Amerika werd een begroetingstelegram aan de A.R.R.L. overgeseind van de N.V.V.R. De communicatie ging zeer gemakkelijk. Met vele Engelsche en Fransche amateurs is de verbinding veel moeilijker; 2agb had 900 watt input bij 4 Ampère antennestroom.
6.17 moest pcii geven: we must close down now for batteries are running dwn are u on tmrw agn? gb om tnx ...-.- pcii nu 2agb rr ok tnx om til/ tmrw 73 om gnt ...-.-

Dit was het einde van een historischen nacht voor de radioamateur wereld. De bovengenoemde verbeteringen bleken dus in de goede richting gedaan te zijn.

29 Dec. Toestellen onveranderd.
4.50 roept 2agb op en geeft: qsa but qrm qsu half hour cu half hour.
5.33 geeft 2agb:still qrm pse qsu few mins more vy sri om.
5.50 geeft 2agb na oproep door pcü, dat de storing hopeloos is en dat hij den volgenden dag zal terugkomen.
6.37 roept 2agb weer op: this is allright nw qst fb k Hierna verbinding tot 7.15.
30 Dec. golflengte 118 M, 2,5 antennestroom.
5.54 2agb opgeroepen en onmiddellijk antwoord (3 seconden tusschenpoos!) gm qsa. In verbinding tot 7.03.
2agb geeft o.a.: you are fb i can read you all over the room with the phones on the table fb! Verder uitgeluisterd:
8.01 sluit clbq zijn correspondentie met g5bv en roept onmiddellijk aansluitend: pcii nc 1bq. Gecorrespondeerd over sterkte, ontvangst enz., maar de signaalsterkte van cl bq neemt snel af.
8.14 wordt nog opgenomen ...73...en 8.16 geeft PCII; ere broad daylight sigs fade out nd cu agn tmrw gb fb om 73 ...-.-
Deze nacht was tot nu toe de beste. 2agb met 1 det en 2 LF op zelfgebouwden luidspreker door verschillende vertrekken neembaar (ongeveer 15 meter afstand)."

Het artikel in R.E. voegt aan het verslag nog een verklaring van een aantal gebruikte afkortingen toe die we eveneens letterlijk overnemen.
BV =Groot-Brittannië 5BV, dus: Engelse station 5BV.
UJXW
= United States JXW; dus Amerikaans station l.XW.
CJBQ
= Canada JBQ, dus Canadese station JBQ.
nu, un, cu, en in plaats van "de" of "v".
nu = Nederland van Amerika.
cn = Canada van Nederland.
cu
= call you.
vy =  very.
sri =sorry.
om= old man.
nw
= now.
fb = fine business.
agn
= again.
tnx = thanks.
tmrw = tomorrow

De mannen van PCII zijn duidelijk uitstekende operators die de telegrafie en de daarbij gebruikte afkortingen prima beheersen.

In Radio-Expres no.l van 1924 treffen we ook nog een ontvangstrapport aan van baron R.W.C. van Boetzelaer te Twello. Hij hoorde SAB, 2KF en lXW op een ontvanger met maar één lamp en een antenne op zolder!
Radio-Expres no.9 van 28 februari 1924 vermeldt het eind rapport zoals dat door de commissie Transatlantische Proeven is ontvangen van de ARRL. Door 96 Amerikaanse amateurs zijn totaal 40 Europese amateurs ontvangen; 20 Engelse, 14 Franse en 6 Nederlandse. Die Nederlandse stations zijn PA9, PCII, PAoDV, PAR14, NAB2 en PAoYS. Over PAR14 hebben we iets gevonden in Radio wereld no 15, 1924. Er werd met het zogenoemde "burgerwachtschema" gewerkt en uiteraard noodgedwongen zonder licentie. Eerst in 1954 is door S. Gratama, ex-PAoZN, onthuld dat PAR14 werd bedreven door H.A Veringa, de latere PAoLL, en ene Olij. Het burgerwachtschema was kennelijk een zenderschakeling die in gebruik was bij de radiostations van de Burgerwacht. De Tappenbeck's in Noordwijk hadden in 1919 al zo'n station.

Over PAoDV, PAoYS en NABII hebben we nergens iets kunnen vinden. Zij waren uiteraard ook ongelicenseerd met zelfbedachte roepletters. En het is merkwaardig dat PAoYS en PAoDV roepletters gebruikten in de vorm die voor Nederland pas in 1929 officieel in gebruik werd genomen!

Wat de roepletters van de diverse stations betreft valt het de lezer wellicht op dat soms wordt gesproken over SAB, of 2KF en dan weer van FSAB en G2KF (soms worden in de literatuur de roepletters met kleine letters geschreven). De prefix voor het land, dus F of G, werd in het radioverkeer niet gebruikt maar alleen toegevoegd in literatuur om duidelijk te maken uit welk land de betreffende amateur afkomstig was. Een uitzondering vormden de Engelse amateurs; die waren verplicht de landenletter G als prefix in het radioverkeer te gebruiken. John Partridge seinde dus zelf G2KF maar werd door buitenlandse stations waarschijnlijk aangeroepen als 2KF.
In de V.S. hadden de roepletters de vorm van een cijfer, dat het district aangaf, gevolgd door twee of drie letters. Zolang het radioverkeer zich binnen de V.S. afspeelde gaf dat geen problemen. Anders werd het toen ook verbindingen met Canada en later zelfs met Europa en andere werelddelen mogelijk bleken. Op de één of andere manier wilde men toch aangeven om welk land het ging zonder de roepletters zelf te veranderen. Die waren immers door de overheid toegewezen en daaraan kon dus niet worden gesleuteld. De ARRL stelde in december 1923 voor om tussen de roepletters van stations die elkaar riepen of reeds in verbinding waren in plaats van "de" of ''v" een combinatie van twee letters te seinen die aangaf in welke landen de betreffende stations zich bevonden.
Die letters waren a = Australië, c = Canada, f = Frankrijk, g = Groot-Brittannië, i = Italië, m = Mexico, n = Nederland, o = Zuid-Afrika, p = Portugal, q = Cuba, r = Argentinië, s = Spanje, u = Verenigde Staten, z = Nieuw Zeeland.
Wanneer het Canadese station 9AL het Amerikaanse station lAW aanriep seinde het dus lAW lAW lAW ue 9AL 9AL 9AL. Zoals vermeld moesten de Engelsen de prefix G gebruiken en tussen de roepletters seinden zij dan ook het ge bruikelijke de. Dus bijvoorbeeld FSAB FSAB FSAB de G2SH G2SH G2SH.

De waardering
Léon Deloy, F8AB, die de eer van Frankrijk zo goed had hooggehouden, wordt daarvoor passend onderscheiden: hij ontvangt een gouden medaille van de Lakhosky-stichting, die is ingesteld om jaarlijkse beloningen toe te kennen aan de meest verdienstelijke Franse uitvinders op radiogebied. Hoe anders gaat het in ons land! Philips heeft in ieder geval waardering voor de prestaties van PCD en schenkt een zendlamp ZS. Maar de overheid laat het er niet bij zitten; waarschijnlijk onder aandrang van de PTT gaat het Openbaar Ministerie over tot vervolging van PCII, in casu H.J. Jesse. Tegen Jesse wordt proces-verbaal opgemaakt wegens overtreding der Telegraafwet. Jesse wordt opgeroepen om op 16 april 1924 te verschijnen voor de kantonrechter te Leiden onder tenlastelegging dat hij in "de laatste week van December 1923 in perceel 35 Rijnsburgerweg heeft aangelegd en heeft gebruikt een niet voor het openbaar verkeer bestemde radiotelegraaf en -telefoon en daarmede radiotelegrafische en radiotelefonische seinen heeft afgegeven en uitgezonden zonder daartoe machtiging te hebben verkregen van den Minister van Waterstaat".

De NVVR vindt dit een principiële zaak in haar strijd voor het verkrijgen van zendvergunningen voor particulieren en betaalt een verdediger voor Jesse: mr. Nord Thomson. Plaatsvervangend kantonrechter is mr. M.B. Vos. Als getuigen worden gehoord E.J. Wennekes, elektrotechnisch ambtenaar bij de telegrafie, die samen met een rechercheur in maart het huis van Jesse heeft bezocht en de apparatuur in beslag genomen. Voorts J. Corver en R. Tappenbeck. Het is vermeldenswaard dat de ambtenaar van het O.M., mr. A v.d Eist, zijn requisitoir begint met een gelukwens aan de achttienjarige beklaagde, die kans heeft gezien met zelf samengestelde toestellen van eigen vinding Amerika te bereiken. Maar spreker moet eraan toevoegen dat de wet dit nu eenmaal niet toestaat. De aanklager eist tenslotte veroordeling tot een boete van f 5, subs. 5 dagen hechtenis, met teruggave van de inbeslaggenomen toestellen. De verdediger houdt een uitvoerig pleidooi waarin hij wijst op onjuistheden in de dagvaarding. Hij dringt aan op "ontslag van rechtsvervolging, zoowel wegens de onvoldoende dagvaarding als ten principale en hij verzocht den kantonrechter, ook als deze het over de dagvaarding met spreker eens is, toch een principiële beslissing te wijzen".

Het vonnis nemen we hieruit letterlijk over: "Gelezen art. 20 jo 3 der Telegraaf- en Telefoonwet 1904 (S7)gewijzigd bij de wet van 21 maart 1919 (S 130) art. 23, 91 Wetb. v. Strafr.; voorts gezien art. 189, 209, 211, 216, 219; 253, 9de Wetb. v. Strafr., spreekt de Kantonrechter pL v., rechtdoende, beklaagde vrij voorzoover betreft de tenlastelegging dat hij heeft aangelegd gehad en gebruikt een niet voor het openbaar verkeer bestemde radiotelefoon en daarmeede radio­ telegrafische seinen heeft afgegeven en uilgezonden zonder machtiging van den Minister van Waterstaat Verklaart beklaagde voornoemd op tegenspraak schuldig aan het overigens ten laste gelegde, namelijk de overtreding hierboven bewezen verklaard en gequalificeerd, doch past in verband met de geringe beteekenis van het feit en de omstandigheden waaronder het is begaan geen straf toe.
Gelast verder teruggave aan den veroordeelde van de in beslag genomen toestellen en andere overtuigingsstukken binnen acht dagen nadat het vonnis zal zijn gegaan in kracht van gewijsde."

De ambtenaar van het Openbaar Ministerie tekent hoger beroep aan tegen het vonnis, op last van de Officier van Justitie bij de Arrondissementsrechtbank te Den Haag. De verdediger, mr. Nord Thomson, tekent eveneens hoger beroep aan namens Jesse. Hiertoe zal hij zeker ook zijn aangezet door de NVVR, die de verdediger betaalt en ook alle ver­ dere proceskosten voor haar rekening neemt. Nord Thomson tracht de inbeslaggenomen spullen terug te krijgen maar slaagt daar niet in. De Officier van Justitie van de Haagse rechtbank toont eveneens waardering voor de prestatie van Jesse maar meent - meer als afschrikking - niettemin een zwaardere straf te moeten eisen dan zijn collega te Leiden: f 30 of 30 dagen hechtenis. Ook hier houdt mr. Nord Thomson zijn pleidooi. De rechtbank verklaart Jesse schuldig aan overtreding van de Telegraaf- en Telefoonwet doch legt geen straf op.

De verdediger tekent cassatie aan en zo komt de zaak tenslotte voor de Hoge Raad. Opnieuw pleit mr. Nord Thomson. De Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep tegen het vonnis van de Haagse Rechtbank en het vonnis blijft dus gehandhaafd: Jesse is schuldig aan overtreding van de T. en T-wet met gedeeltelijk ontslag van rechtsvervolging en zonder oplegging van straf. En met deze uitspraak op 9 februari 1925 was de zaak-Jesse afgedaan.

 

Nawoord
Terwijl wij vandaag de dag zo gewend zijn aan draadloze verbindingen, denk aan Wifi, mobiele telefonie etc. waren het toen de begin jaren van een nieuwe technologie die werd opgepakt door enthousiaste pioniers. Mijn vader heeft de rest van leven met veel plezier aan de kerstperiode van 1923 teruggedacht.

 


Artikelen

  • Radio Expres 3 januari 1924
  • Experimental Wireless februari 1924
  • Experimental Wireless april 1924-04 artikel PCII
  • Krant Telegraaf 19 april 1924
  • ELECTRON-1954-3 Dertig jaar PCII
  • De korte golf pag 46 uit Tussen zand en zenders, Radio Kootwijk
  • Overlijdensbericht Leidsch Dagblad 29 januari 2001

  • Opstellen antenne


    Antenne in achtertuin De Keet


    Oorkonde Veron 1974


    Toespraak
    staatssecretaris 1983


    Henk met de Z5 zendlamp